Eindelijk eens een steekje laten vallen....



En toen had ik zomaar een prachtige bol Whirl van Scheepjes met een verloop van donkerrood naar grijs. Bijna te mooi om aan te breken. Wat een prachtige kleuren!





Op de bol zit ruim 220 gram (1 kilometer) garen. Alhoewel wordt aangegeven om breipennen 3,5 – 4 te gebruiken, kom ik er na zo’n 10 proeflapjes achter dat pennen 3 mij toch beter bevalt. Breien is voor mij meestal een winteractiviteit. Dit garen (60% katoen, 40% acryl) voelt zo fijn (letterlijk en figuurlijk). Ook prima om in de zomer mee te werken. En dat heb ik gedaan!


Allereerst begon de zoektocht naar een leuk patroon. Soms bedenk ik zelf wel iets, maar ik vond dat ik nu maar eens mijn ideeënbox van internet moest raadplegen. Ik bewaar tenslotte eindeloos veel patroontjes en ideetjes van Pinterest en Ravelry. Een mooie gelegenheid om er iets mee te doen. Vele opties sneuvelden en ik wilde het al bijna opgeven. Tot ik onderin mijn breitas een printje van Ravelry tegenkwam van een mooie open omslagdoek met een hele moeilijke naam.


Het patroon beschrijft een luchtige omslagdoek – leuk voor de zomer -  maar in het Engels… dus eerst de breitermen vertaald naar het Nederlands. Het ontwerp van de ‘Clapo-Ktus’ is van Loredana Gianferri en Aka Lorelostintheusa… De naam van het patroon heeft te maken met een samenstelling van de woorden clapotis en baktus. Een baktus ken ik. Dat is een driehoekige sjaal die dwars gebreid wordt. Je begint met een paar steken en eindigt ook met een paar steken.


Ondertussen ben je dus aan het meerderen en minderen aan 1 kant.

Clapotis was nieuw voor mij. Het blijkt een breisel te zijn van 3 recht, 1 averecht, waarbij je de averechte steek later laat vallen. En wat is er leuker dan opzettelijk een steek te laten vallen! Het is trouwens nog een hele klus om de ladders van gevallen steken te krijgen. De steken vallen niet vanzelf!



Om te weten wanneer je moet minderen, ga je regelmatig het garen wegen. Anders kom je misschien aan het eind bedrogen uit. Op de helft van het gewicht wordt het echt leuk, want dan worden de toeren steeds korter en kun je die averechte steek laten vallen. Het ladderpatroon ontstaat dus pas halverwege (eerst het patroon goed lezen!). Daardoor krijg je luchtigheid en breedte in je werk. Het is trouwens wel belangrijk om de 1e en 3e rechte steek verdraaid te breien, dan blijft de ladder beter zitten.



Het breien aan deze Clapo-Ktus was voor mij net als het lezen van een spannend boek: je kunt het niet wegleggen, je moet gewoon door. En het is jammer als het uit/af is. Ik heb heel vele uurtjes gebreid aan deze doek (ook op vakantie in Zweden), maar het was de moeite meer dan waard. Op advies van de ontwerpsters heb ik mijn doek gewassen met een zacht wolwasmiddel en op maat gespannen. Aan de waslijn met veel knijpers leek mij de beste optie. Nu alleen nog wachten wanneer ie droog is, want de buien houden maar niet op…


Voor wie het patroon wil: op Ravelry en Pinterest kun je het makkelijk vinden onder de naam Clapo-Ktus.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Vierkantjes breien, wie wil dat nou niet?

Heerlijk breien met de Engelse patentsteek