Vertel het aan de wind….
Een weekje op Schiermonnikoog, om rust te
vinden, inspiratie op te doen en te schrijven. En natuurlijk om te breien en te haken. Want wat is er leuker dan
hier mijn ideeën op orde te brengen en te sorteren voor een paar fraaie blogs?
Voorjaar
Terwijl ik dit schrijf, zit ik heerlijk buiten
op het terras van mijn vakantiehuisje. Net die ene week met lenteweer zit ik op
een eiland, wat een geluk! De sneeuwklokjes bloeien hier nog volop, de
krokussen en narcissen komen voorzichtig tevoorschijn. Tijdens mijn
hardlooprondje met hond door de duinen, kom ik een bankje tegen met een spreuk
die - na even googelen - uit een prachtig gedicht van Hans Andreus blijkt te
komen: ‘Vertel het aan de wind…’. Dus daar ga ik dan.
Ruimte voor breien
Ik wil graag meer vertellen over de trui die ik
nu brei. Allereerst over het breien zelf. Haken kan ik overal: op de (veer)boot,
in een luie stoel, desnoods in de auto. Voor
breien heb ik ruimte nodig, dus kies ik meestal de bank. Ik ben namelijk
een ‘ouderwetse’ breister die met twee naalden werkt. Ik kan ook wel met een
rondbreinaald op de Duitse manier overweg, maar ik werk toch het liefst met
twee stalen pennen. Dan heb ik tenminste wat vast!
Impulsaankoop
De wol van de trui waar ik nu aan werk heb ik -
zoals meestal - in een impuls gekocht in een mooi wolwinkeltje in Friesland.
Even graaien in de bak met aanbiedingen leverde dit mooie pakket op van tien bruine bolletjes TASAI (53% wol en
47% polyacryl) voor de helft van de prijs. Altijd leuk, toch? Het lijkt wel
zelfgesponnen schapenwol en breit heerlijk!
Trui met ruime col
Toen kwam de vraag ‘wat ga ik hier van breien?’
Want dat het breien werd, stond wel vast. Met deze hele zachte, beetje pluizige
wol brei ik liever; voor haken kleeft het teveel. Behalve in de vier jaargangen
Ariadne’s (van m’n vorige blog) kijk ik ook vaak op Drops Design voor leuke patronen.
Alles is mooi gefotografeerd, de patronen zijn goed te lezen en meestal gratis.
Eigenwijs als ik ben, verander ik
meestal wel iets aan een patroon. Het patroon van deze trui (DROPS 94-18) vond ik bijvoorbeeld leuk vanwege
de ajourrand en de ruime col. Maar toen ik de maten eens goed bekeek en
vergeleek met een favoriete trui in dezelfde stijl, ben ik toch maar wat gaan
wijzigen in de breedte en de lengte, anders werd het wel heel wijd.
Tip: brei niet klakkeloos een patroon na, maar
ga eerst kijken of de maten van het patroon een beetje overeen komen met een
bestaand exemplaar uit je kast.
Ajourpatroon
Het leukste aan deze trui vind ik het
ajourpatroon onderaan de panden, inclusief de mouwen. Bij breien houd ik van ‘een mooie breisteek waarmee ik toch lekker door
kan breien’. Niet te veel telwerk dus. Dit ajourpatroontje past daar
uitstekend bij: kleine moeite, groot resultaat! Met de duidelijke teltekening
leer je het gemakkelijk uit je hoofd en kun je lekker doorbreien. Na 14 cm kun
je daarna fijn opschieten met een simpele tricotsteek. Het project moet
tenslotte wel eens af! Ik wil hem kunnen dragen voordat het zomer wordt.
Tip: natuurlijk altijd een proeflapje breien om
te weten hoeveel steken je moet opzetten.
Reacties
Een reactie posten